GROENLINKS LEIDERS ZIJN KAMPIOEN FABULEREN

Volgens oud-leerlinge Enschede’s Kottenpark College Femke Halsema (geboren 1966, Havo-diploma 1983) werd haar niets verteld over het slavernijverleden, maar GroenLinks leiders fabuleren wel vaker voor politiek en persoonlijk gewin

 

Het leiderschap van GroenLinks doet rare dingen met de mensen die het uitoefenen. Ze gaan fabuleren. Fabeltjes verkopen. Verzonnen verhaaltjes, waarop ze een of ander politiek construct bouwen. 

 

Paul Rosenmöller, de miljonairszoon die, bevangen door het marxisme-leninisme, in Rotterdam de havenarbeider ging uithangen, mocht graag het beeld schetsen dat hij en GroenLinks staan voor een inclusieve, anti-racistische samenleving. Zo maakte hij er een gewoonte van kandidaten van allochtone herkomst hoog op de kieslijst te zetten, ook al kon hun geschiktheid ernstig worden betwijfeld. ‘Kijk ons eens multicul en incusief zijn’ moest het uitstralen. 

 

De werkelijkheid was dat dit alleen gebeurde om zoveel mogelijk stemmen te trekken, waarna de GroenLinksers van niet-westerse afkomst het verder konden schudden. Geen van hen bracht het ooit tot een prominente positie in de partij. De meesten vertrokken gedesillusioneerd en kwaad vanwege het in wezen racistische misbruik dat van hen was gemaakt.

 

bruine hoofden

Dit lot trof GroenLinksers als Tara Singh Varma (hoog op de lijst toen de leiding al lang wist dat ze niet spoorde, maar wel een stemmentrekker), de inmiddels overleden Mohamed Rabbae, Tofik Dibi, en Zihni Ozdil. “Heb je nog bruine hoofden voor mij?” hoorde Fiona Frank, acht jaar lang ‘bestuurslid Inclusie’ van GroenLinks Utrecht, in 2017 een lid van het landelijke campagneteam vragen.

 

Rosenmöller en zijn opvolgers fabuleerden het inclusieve denken. De werkelijkheid in GroenLinks was een hele andere. En is dat nog steeds. Het Amsterdamse gemeenteraadslid Imane Nadif, goed voor 12.435 voorkeursstemmen, kan erover meepraten. Hoewel nummer 2 op de kieslijst werd ze voor het fractievoorzitterschap gepasseerd door nummer 3. Dat was Zeeger Ernsting, die ondanks zijn jarenlange raadslidmaatschap slechts 694 stemmen wist te vergaren. Nadif was alleen maar ingezet om als melkkoe te dienen. Stemmen trekken en verder de mond houden.

 

Ook het Zuid-Hollandse Statenlid Debora Fernald, die onlangs landelijke bekendheid verwierf toen ze bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer niet op haar partij maar op VOLT stemde, getuigde op geloofwaardige wijze van het racisme dat rondwaart in GroenLinks. Uitsluiting kreeg ze nadat haar klacht over een racistische bejegening binnen haar eigen kring door het partijbestuur gegrond was verklaard. Het inclusieve denken bleek ver te zoeken. Ook nadat ze met meer dan 8000 voorkeursstemmen werd herkozen in de Staten veranderde er niets. Fernald had geleverd waarvoor ze op de kieslijst was gezet -stemmen- en moest verder haar mond houden. Inmiddels loopt een royementsprocedure. Wegwezen, eigenwijze allochtoon!

 

Jesse’s armoedige jeugd

De huidige GroenLinks-leider Jesse Klaver kan er ook wat van, qua fabuleren. Om aan te tonen dat GroenLinks de partij is die iedereen, ongeacht herkomst, achtergrond of huidskleur kansen biedt vertelde hij ten tijde van de verkiezingen van 2017 over zijn armoedige jeugd in een Roosendaalse achterstandswijk. Al jong verdween zijn Marokkaanse vader uit beeld. Omdat de alleenstaande moeder het niet aan kon werd Klaver opgevoed door zijn grootouders.

 

Ploeterend en vechtend tegen de achterstandssituatie waarin hij ter wereld was gekomen werkte de gedreven Klaver zich via het VMBO, de HAVO, het VWO en de universiteit omhoog naar waar hij nu is, Tweede Kamerlid en leider van een vooraanstaande politieke partij. Nog altijd lopen de rillingen over zijn rug bij de gedachte aan zijn arme moedertje die vergeefs bij de lokale katholieke kerk had aangeklopt om baby Jesse te laten dopen, zo vertelde hij. Het werd geweigerd omdat meneer pastoor het doopvont alleen openstelde voor borelingen van samenwonende ouders. 

 

“Dit kàn niet waar zijn”

Nadat meerdere media onderzoek ter plekke deden en  constateerden dat de zogenaamde achterstandwijk een hele keurige doorsneebuurt was zonder veel problemen en Klaver ook helemaal geen VMBO-opleiding had gevolgd, kwam de doodsklap voor Klavers kletsverhaal van de gepensioneerde Roosendaalse pastoor Bum, die de grootouders goed had gekend. “Dit kàn niet waar zijn” sprak de pastoor. We waren juist blij met ieder nieuw kerklid, ongeacht wie of wat het was. 

 

Net als Rosenmöller lukde ook Klaver uit zijn nek, louter en alleen bedoeld om zijn verhaal van GroenLinks als emancipatiemachine geloofwaardig te maken en zichzelf in het zonnetje te zetten als de Nederlandse Barack Obama die zich omhoog gevochten had uit een uitzichtsloze achterstandssituatie. Terwijl die situatie bij Klaver, anders dan bij Obama, nooit had bestaan. Dit was geen leugentje om bestwil, maar een kwaadaardig bedrog om er zelf beter op te komen staan en de sympathie van het volk te verwerven.

 

“Mij werd niets verteld over de slavernij”

Eenzelfde gedrag vertoonde de voormalige GroenLinks leider, thans burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema toen zij recent een groep Amsterdamse scholieren toesprak die naar het hoofdstedelijke Tropenmuseum waren gekomen om een lesje slavernijverleden te ondergaan. 

 

Wisten jullie dat toen ik op school zat en jullie leeftijd had, ik niet wist dat er slavernij was geweest? Dat werd gewoon niet verteld. Ik wist er helemaal niks vanaf”.

 

Op de foto’s die Halsema op haar Instagram-account burgemeesterfemkehalsema liet plaatsen zijn alleen de achterhoofden van de scholieren te zien. Niet na te gaan valt of verbijstering hun deel was, maar het kan haast niet anders of ze moeten hebben gedacht: ‘Wat waren de leraren van toen schoften, dat ze de kinderen destijds zò hebben misleid en onwetend gehouden. Wat goed dat de burgemeester op eigen kracht is gaan inzien hoe slecht onze voorouders waren. Wat fijn dat we zo’n oprecht mens als burgemeester hebben’. 

 

Dit kàn niet waar zijn

Zelf moest ik meteen aan pastoor Bum te Roosendaal denken. ‘Dit kàn niet waar zijn’. Ik ben veertien jaar ouder dan Halsema en zat op de lagere school in het kleine Doetinchem en de HBS in het nog kleinere Aalten. Met honderd procent zekerheid herinner ik mij dat ons tijdens de geschiedenislessen werd verteld over de wereldzeeën bevarende Nederlandse kooplieden, over de handel en uitbuiting in de overzeese gebiedsdelen, over de slavernij, over de gruweldaden die onder Nederlandse gezag plaatsvonden in Ghana, Suriname, de Antillen en later in Nederlands-Indië. Ik kan me zelfs nog illustraties uit lesboeken herinneren die niets aan de verbeelding overlieten. 

 

Anders dan ik groeide Halsema op in een politiek geëngageerd, sociaal-democratisch milieu. Haar vader was docent en gemeenteambtenaar. Haar moeder jarenlang PvdA-wethouder in Enschede. Niet bepaald een milieu waarin zou worden geaccepteerd dat het Nederlandse slavernijverleden in de doofpot werd gestopt en er op de scholen geen woord aan werd besteed.

 

Halsema haalde in 1983 haar HAVO-diploma op het Kottenpark College in Enschede. Ik in 1969 mijn HBS-A diploma te Aalten. In mijn tijd was alles rondom het slavernijverleden een volkomen regulier onderdeel van het curriculum. Het is uitgesloten dat dit op de Enschedese HAVO anders was.

 

Voor mijn komende boek www.geertdales.com/rechtse-privileges-voor-een-linkse-burgemeester / hoe Femke Halsema van activist regent werd (werktitel) zal ik nader onderzoek doen naar het lesprogramma de de HAVO begin jaren ‘80 en de daaraan voorafgaande basisschool. Maar ook zonder die research durf ik de stelling aan dat Halsema de kinderen een fabeltje op de mouw speldde. Om er zelf beter van te worden. Zoals Rosenmöller dat deed met zijn inclusiesprookjes en Klaver met het achterstandsverhaal. GroenLinksers zijn kampioen fabuleren. Ter meerdere eer en glorie van henzelf. 

 

Herengracht 502

Intussen is de vraag: waarom heeft Halsema, die zich inmiddels intens bewust zegt te zijn van de slavernijgruwelen en daar vaak en met compassie over spreekt, niet geweigerd haar intrek te nemen in de ambtswoning Herengracht 502, zoals bekend gefinancierd met geld dat werd verdiend in de slavenhandel? (lees dr. Leo Balai, Herengracht 502; slavenhandel, geweld en hebzucht). Of was haar ook niets verteld over de historie van dat pand?

 

Waarom heeft ze, nadat ze er ging wonen en, door het huis wandelend, de last van de geschiedenis voelde, niet besloten dat ‘schuldige pand’ te verlaten. Niets verbiedt haar dat te doen. Dat de burgemeester van Amsterdam verplicht is in de ambtswoning te resideren is een sprookje dat nergens op gebaseerd is.

 

In dit huis woonde en werkte tot 1690 Paulus Godin, bewindvoerder van de West-Indische Compagnie. Hij was verantwoordelijk voor het opkopen en verkopen van Afrikanen die tot slaven werden gemaakt en vervoerd naar het Caribisch gebied, het vroegere West-Indië. Vandaag telt onze stad veel inwoners van wie deze Afrikanen voorouders zijn”. 

 

De gedenksteen naast de ingang van Herengracht 502 waarop deze tekst is gebeiteld werd op 12 mei 2006 onthuld door toenmalig burgemeester Job Cohen. Anno 2023 loopt Femke Halsema er elke keer als zij haar woning betreedt langs. Doet dat geen pijn? Of is die gekweldheid over de slavernij alleen maar voor de bühne? Waarna zij zich, eenmaal binnen, wentelt in de luxe van dat uit slavernijhandel betaalde stadspaleis. 

 

Herengracht 502 vaarwel zeggen zou haar geloofwaardigheid een enorme boost geven. Burgemeester, waar wacht u op? 

 

Geert Dales

25 juni 2023

(www.geertdales.com/rechtse-privileges-voor-een-linkse-burgemeester)

(Voor contact, commentaar en/of suggesties kunt u mailen naar: geert@geertdalesmail.nl