VERBIED DONATIES AAN POLITIEKE PARTIJEN

VERBIED DONATIES AAN POLITIEKE PARTIJEN

De vermogende zakenman Steven Schuurman heeft twee, naar Nederlandse maatstaven gigantische donaties gedaan aan D66 en de Partij voor de Dieren. De democraten kregen een miljoen, de dierenvrienden drieëneenhalve ton. Dit wordt zelden vertoond in Nederland. Sommige partijen, zoals de VVD, slagen er wel in om vanuit meerdere bronnen vergelijkbare bedragen bij elkaar te harken, maar zo'n gift van één donateur is uitzonderlijk. Ik kan me voorstellen dat de twee partijen blij zijn. Het is campagnetijd en campagnes kosten veel geld. Maar is dit verstandig?

 

De gulle gever heeft D66 en de PvdD bezworen dat hij niet uit is op politieke beïnvloeding. Hij zegt louter uit ideële motieven te handelen, in casu de realisatie van de klimaatplannen van beide partijen. Hij is lid van D66 noch de PvdD. D66 zegt goed onderzocht te hebben of er geen tegenprestaties tegenover moeten komen te staan. De partij is ervan overtuigd dat daar geen sprake van zal zijn.

 

Ik geloof wel dat de ondernemer niets terug heeft gevraagd. Maar dat zegt niks. Deze donateur heeft grote zakelijke belangen waarbij het niet moeilijk is aannemelijk te maken dat die gediend kunnen zijn met de uitvoering van de beleidsvoornemens van D66 en de Partij voor de Dieren. Zonder ergens om te vragen kunnen de belangen van de zakenman ook worden gediend. Met zijn enorme gift vergroot hij de kansen van die twee partijen bij de verkiezingen. Naarmate die groter en machtiger worden stijgt de kans dat zij hun voornemens tot uitvoering kunnen brengen. Als dat vervolgens leidt tot een betere uitgangspositie of een rechtstreeks zakelijk voordeel voor de gever in een van zijn vele zakelijke activiteiten of voor cliënten van zijn onderneming(en) is er, zij het ongevraagd en indirect, wel degelijk sprake van beïnvloeding door een zak met geld op tafel te zetten.

 

Als de donateur, zoals hij zelf stelt, geen bemoeienis beoogt noch zal hebben met de besteding van de gift, waarom heeft hij die dan gedaan vlak voor de verkiezingen en waarom niet erna? Dan had ik meer geloof gehecht aan zijn zuivere intenties, al doet dat niets af aan mijn stelling dat dergelijke financiering van politieke partijen ongewenst is. 

 

Wat hier gebeurt mag. De wet bepaalt alleen dat partijen giften boven 1000 euro moeten melden en van giften boven 4500 euro de naam van de gever bekend moeten maken. Die regel wordt makkelijk en veelvuldig omzeild voor stichtingen en stichtingkjes op te richten die niet onder de werking van de Wet Financiering Politieke partijen vallen en door grotere giften in kleinere delen op te splitsen. In 2019 heeft De Telegraaf hierover een spraakmakend undercover onderzoek gepubliceerd, waarbij tal van partijen op de korrel werden genomen. Een daarvan was 50PLUS, waarvan ik op dat moment voorzitter was. De indruk was ontstaan dat de partij bereid zou zijn een anonieme gift ver boven het maximum toelaatbare bedrag te accepteren. Het bleek te gaan om een eigenmachtig optreden van de bureaumanager, waarvan het bestuur onmiddellijk afscheid heeft genomen. 50PLUS hield -en voorzover ik weet- houdt zich aan de wet. 

 

Op 22 juli 2019 schreef ik er een brief over aan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken. Daarin bepleitte ik een fundamentele discussie over de wijze van financiering van politieke partijen in Nederland. 'Voor een dubbeltje op de eerste rang' is het uitgangspunt bij de overheidsfinanciering van democratische instituties. De subsidies aan politieke partijen belopen ongeveer één euro per inwoner per jaar. Lokale politieke partijen krijgen helemaal niks. Nogal logisch dat partijen op zoek gaan naar andere financieringsbronnen, zeker wanneer grote uitgaven gedaan moeten worden voor verkiezingscampagnes. De poort staat open voor ongewenste binnenkomers en dito beïnvloeding. 

 

Kort na mijn brief werd ik uitgenodigd voor een gesprek met enkele topambtenaren. Mijn pleidooi voor een volledig verbod op donaties aan politieke partijen, te beginnen met giften van ondernemingen, werd beleefd aangehoord, maar viel niet in vruchtbare aarde.

 

Mij was en is volstrekt onduidelijk waarom het ministerie voornemens is om in de nieuwe Wet op de Politieke Partijen wel een verbod op giften van buiten de Europese Unie op te nemen om ongewenste beïnvloeding te voorkomen, maar die lijn niet consequent doortrekt naar giften van binnen de EU en uit Nederland zelf. In Canada en België zijn donaties van bedrijven al lang verboden, wijs als men is geworden door schandalen. Zodra zich in Nederland ook maar één schandaal van kaliber aandient zal de discussie ook hier serieus oplaaien. De vervolging van twee voormalige Haagse wethouders van de lokale politieke partij 'Hart voor Den Haag / Groep De Mos' is een serieuze rode vlag. Wat ook de uitkomst zal zijn, die kwestie moet stemmen tot fundamenteel nadenken of we in Nederland, nu er toch een nieuwe wet komt, de Canadezen en Belgen niet moeten volgen.

 

In het algemeen vind ik dat het niet aanvaardbaar is dat mensen met inzet van geld -of het nu particulieren zijn of representanten van bedrijven- zich een toegang tot politieke en bestuurlijke kringen verwerven die mensen zonder geld niet hebben. Lobbyen en je belangen bepleiten is volstrekt legitiem, maar niet met gebruikmaking van financiële transacties.

 

Geert Dales

4 maart 2021